Mein erstes Bohnanza

Spelbeschrijving

Vanaf nu kan je Boonanza ook met je kleinste vriendjes spelen, “Mein erstes Bohnanza” is voor spelers vanaf vier jaar. Beginnend met een erg vereenvoudigde variant leren de kinderen de eerste basisregels van Boonanza. Wanneer je die basisregels eenmaal onder de knie hebt is het tijd voor een volgende stap die een klein tikkeltje moeilijker is. Zo kunnen de kleinste Boonanza fans al na zes stappen meespelen met het originele spel. Maar laat ons beginnen bij het begin:

In deze vereenvoudigde variant krijgen alle spelers vijf bonenkaarten, deze worden niet op hand genomen maar komen open op tafel te liggen. Heel belangrijk: de volgorde van deze kaarten mag je NOOIT veranderen, meteen één van de belangrijkste spelregels van Boonanza. Elk van deze kaarten heeft een zogenaamde boon-o-meter, je vindt er namelijk hoeveel van dat type kaarten je nodig hebt om één thaler te verdienen. Als je aan de beurt bent plant je jouw eerste kaart op één van je twee velden, als je wil/kan, mag je ook je tweede kaart nog aanplanten. Vervolgens leg je twee kaarten (van de trekstapel) open op tafel, je kan nu beginnen ruilen met je tegenstanders. Je mag de twee opengelegde kaarten én je persoonlijke kaarten te ruil aanbieden, vergeet daarbij niet te vermelden wat je graag in de plaats had gehad. Je mag met iedereen ruilen, maar je tegenstanders mogen niet onderling ruilen, de actieve speler moet steeds in de ruil betrokken zijn. Je mag de opengelegde kaarten ook schenken, indien iemand kandidaat is om ze te aanvaarden. Alle kaarten die je via ruil ontvangt (dat geldt ook voor je tegenspelers) moeten meteen op je velden geplant worden. Één ding is zeker: de twee kaarten in het midden van de tafel moeten gepland worden. Of je plant ze zelf, of je ruilt ze met een medespeler. Bij het planten probeer je steeds éénzelfde soort op elkaar te planten, van zodra je het vermelde aantal kaarten hebt bereikt worden deze bonen automatisch geoogst (= weggenomen), in ruil daarvoor krijg je één bonenthaler van een aparte stapel. Indien je toch een kaart moet planten die je niet op je velden hebt liggen mag die daar gewoon bovenop, maar je begint dan – in die nieuwe soort – wel opnieuw te tellen tot wanneer je het vermelde aantal hebt bereikt. Om je beurt af te ronden neem je drie nieuwe kaarten voor je persoonlijke voorraad. Het spel eindigt nadat de stapel één, twee of drie keer leeg is, afhankelijk van het spelersaantal. De speler met de meeste thalers wint het spel.

In een tweede fase doen enkel bonenkaarten mee met een iets uitgebreidere boon-o-meter. Je zal nu beslissingen moeten maken: doe ik mijn bonen weg voor één thaler, of spaar ik nog een klein beetje langer om twee thalers te ontvangen? Je hebt bij al deze bonen namelijk twee opties. In een volgende fase kunnen alle bonen samen gebruikt worden, zowel die met één thaler als die waar je ook twee thalers mee kan verdienen. Vanaf nu is er geen reservestapel met bonenthalers maar wordt het basis oogstprincipe uit Boonanza aangeleerd: wanneer je oogst hou je één (of twee) kaarten die je omdraait als bonenthaler en leg je enkel de overige kaarten op de aflegstapel. Om alles in goede banen te leiden krijgen de speler(tje)s in deze fase een derde bonenveld ter beschikking. In een volgende stap is het gedaan met de regel waarbij je verschillende soorten op één veld mag planten. Als je een kaart wilt/moet planten die je nog niet bezit dan zit er niets anders op dan een bestaand veld te oogsten, ook al verdien je daar deze keer geen thalers mee… In een volgende stap krijg je het derde bonenveld niet meer automatisch maar zal je het moeten aankopen voor drie thaler, en in de voorlaatste stap worden de kaarten op hand genomen en liggen ze niet meer zomaar op tafel. Tenslotte wordt de regel bijgevoegd waarbij je een veld dat maar uit één boon bestaat niet mag oogsten wanneer je op één van je andere velden meer bonen geplant hebt. Na deze stap zijn de jonge moestuiniers klaar voor het echte spel. Je kan deze junior variant naar believen combineren met het basisspel.

Onze mening

Dat er – eindelijk – een junior versie verschijnt voor Boonanza kunnen we alleen maar toejuichen, maar dat hadden jullie wellicht al kunnen voorspellen. De leeftijdsaanduiding 4+ lijkt ons op het eerste zicht jong, maar we konden het (nog) niet proberen met iemand van die leeftijd. We speelden de gemakkelijkste versie met kinderen van 7 jaar en ouder, zij waren alvast grote fans van deze Boonanza. Je merkte wel dat ze het zeer snel onder de knie hadden en al snel klaar waren voor een volgende stap, dus je kan er zeker wel vroeger mee beginnen. Het is duidelijk voelbaar dat deze variant mede door pedagogen ontwikkeld is, het zit geweldig in elkaar. Ze leren de basisregels van Boonanza, dankzij de openliggende kaarten kan je hen perfect helpen en tips geven. De kinderen krijgen ook wat inzicht, ze weten al snel welke bonen beter zijn dan anderen en leren ook beter onderhandelen. De verschillende stappen om het basisspel aan te leren zijn heel goed gevonden. Enerzijds lijken het kleine stapjes, anderzijds zijn ze gewoon compleet. Als je kinderen enthousiast zijn over deze versie kunnen ze voor je het al te goed beseft meespelen met de volwassenen. Het materiaal is naar ons mening iets minder kindvriendelijk. De briefjes die de bonenvelden moeten voorstellen zijn vrij dun en zien snel af, we hadden liever een iets dikker karton gezien daarvoor. De tekeningen zijn – zoals altijd – heel leuk en mooi. Wat extra goed is in deze versie is dat de tekeningen zowel meisjes als jongens aanspreken. Er zijn namelijk prinsessenbonen, maar even goed draken! Een klein nadeel is wellicht dat je minstens met 3 moet zijn, maar dat is ook met het basisspel al zo. Bovendien kan je de (jongste) kinderen best niet alleen laten spelen, ze kunnen in het begin best wel wat hulp van een volwassenen gebruiken. Helaas is dit spel (nog) niet in het Nederlands verkrijgbaar en zal je best wat moeite moeten doen om de Duitse versie te bemachtigen. Als je zelf de spelregels onder de knie krijgt is deze variant wel perfect te spelen met de kinderen, op de kaarten en/of velden is namelijk geen woordje tekst te bespeuren. De verschillende bonen krijgen vanzelf hun bijnaam, al snel klinkt de vraag “Wil je die boef ruilen tegen mijn koning?”. Wij zijn alvast meer dan overtuigd van dit kinderspel, wees maar zeker dat dit hier binnen een kleine vier jaar nog vaak op tafel zal verschijnen!

Conclusie: Mein erstes Bohnanza is niet alleen een ideale opstap naar het basisspel Boonanza, maar is ook gewoon een heel leuk en leerrijk kaartspel voor kinderen!

BohnanzaMein erstes Bohnanza

Auteurs: Heike Kiefer, Hayo Siemsen & Uwe Rosenberg
Uitgever: Amigo Spiele
Aantal spelers: 3 – 5
Tijdsduur: ± 30 min.
Vanaf 4 jaar

Mein erstes Bohnanza

Spelbeschrijving

Vanaf nu kan je Boonanza ook met je kleinste vriendjes spelen, “Mein erstes Bohnanza” is voor spelers vanaf vier jaar. Beginnend met een erg vereenvoudigde variant leren de kinderen de eerste basisregels van Boonanza. Wanneer je die basisregels eenmaal onder de knie hebt is het tijd voor een volgende stap die een klein tikkeltje moeilijker is. Zo kunnen de kleinste Boonanza fans al na zes stappen meespelen met het originele spel. Maar laat ons beginnen bij het begin:

In deze vereenvoudigde variant krijgen alle spelers vijf bonenkaarten, deze worden niet op hand genomen maar komen open op tafel te liggen. Heel belangrijk: de volgorde van deze kaarten mag je NOOIT veranderen, meteen één van de belangrijkste spelregels van Boonanza. Elk van deze kaarten heeft een zogenaamde boon-o-meter, je vindt er namelijk hoeveel van dat type kaarten je nodig hebt om één thaler te verdienen. Als je aan de beurt bent plant je jouw eerste kaart op één van je twee velden, als je wil/kan, mag je ook je tweede kaart nog aanplanten. Vervolgens leg je twee kaarten (van de trekstapel) open op tafel, je kan nu beginnen ruilen met je tegenstanders. Je mag de twee opengelegde kaarten én je persoonlijke kaarten te ruil aanbieden, vergeet daarbij niet te vermelden wat je graag in de plaats had gehad. Je mag met iedereen ruilen, maar je tegenstanders mogen niet onderling ruilen, de actieve speler moet steeds in de ruil betrokken zijn. Je mag de opengelegde kaarten ook schenken, indien iemand kandidaat is om ze te aanvaarden. Alle kaarten die je via ruil ontvangt (dat geldt ook voor je tegenspelers) moeten meteen op je velden geplant worden. Één ding is zeker: de twee kaarten in het midden van de tafel moeten gepland worden. Of je plant ze zelf, of je ruilt ze met een medespeler. Bij het planten probeer je steeds éénzelfde soort op elkaar te planten, van zodra je het vermelde aantal kaarten hebt bereikt worden deze bonen automatisch geoogst (= weggenomen), in ruil daarvoor krijg je één bonenthaler van een aparte stapel. Indien je toch een kaart moet planten die je niet op je velden hebt liggen mag die daar gewoon bovenop, maar je begint dan – in die nieuwe soort – wel opnieuw te tellen tot wanneer je het vermelde aantal hebt bereikt. Om je beurt af te ronden neem je drie nieuwe kaarten voor je persoonlijke voorraad. Het spel eindigt nadat de stapel één, twee of drie keer leeg is, afhankelijk van het spelersaantal. De speler met de meeste thalers wint het spel.

In een tweede fase doen enkel bonenkaarten mee met een iets uitgebreidere boon-o-meter. Je zal nu beslissingen moeten maken: doe ik mijn bonen weg voor één thaler, of spaar ik nog een klein beetje langer om twee thalers te ontvangen? Je hebt bij al deze bonen namelijk twee opties. In een volgende fase kunnen alle bonen samen gebruikt worden, zowel die met één thaler als die waar je ook twee thalers mee kan verdienen. Vanaf nu is er geen reservestapel met bonenthalers maar wordt het basis oogstprincipe uit Boonanza aangeleerd: wanneer je oogst hou je één (of twee) kaarten die je omdraait als bonenthaler en leg je enkel de overige kaarten op de aflegstapel. Om alles in goede banen te leiden krijgen de speler(tje)s in deze fase een derde bonenveld ter beschikking. In een volgende stap is het gedaan met de regel waarbij je verschillende soorten op één veld mag planten. Als je een kaart wilt/moet planten die je nog niet bezit dan zit er niets anders op dan een bestaand veld te oogsten, ook al verdien je daar deze keer geen thalers mee… In een volgende stap krijg je het derde bonenveld niet meer automatisch maar zal je het moeten aankopen voor drie thaler, en in de voorlaatste stap worden de kaarten op hand genomen en liggen ze niet meer zomaar op tafel. Tenslotte wordt de regel bijgevoegd waarbij je een veld dat maar uit één boon bestaat niet mag oogsten wanneer je op één van je andere velden meer bonen geplant hebt. Na deze stap zijn de jonge moestuiniers klaar voor het echte spel. Je kan deze junior variant naar believen combineren met het basisspel.

Onze mening

Dat er – eindelijk – een junior versie verschijnt voor Boonanza kunnen we alleen maar toejuichen, maar dat hadden jullie wellicht al kunnen voorspellen. De leeftijdsaanduiding 4+ lijkt ons op het eerste zicht jong, maar we konden het (nog) niet proberen met iemand van die leeftijd. We speelden de gemakkelijkste versie met kinderen van 7 jaar en ouder, zij waren alvast grote fans van deze Boonanza. Je merkte wel dat ze het zeer snel onder de knie hadden en al snel klaar waren voor een volgende stap, dus je kan er zeker wel vroeger mee beginnen. Het is duidelijk voelbaar dat deze variant mede door pedagogen ontwikkeld is, het zit geweldig in elkaar. Ze leren de basisregels van Boonanza, dankzij de openliggende kaarten kan je hen perfect helpen en tips geven. De kinderen krijgen ook wat inzicht, ze weten al snel welke bonen beter zijn dan anderen en leren ook beter onderhandelen. De verschillende stappen om het basisspel aan te leren zijn heel goed gevonden. Enerzijds lijken het kleine stapjes, anderzijds zijn ze gewoon compleet. Als je kinderen enthousiast zijn over deze versie kunnen ze voor je het al te goed beseft meespelen met de volwassenen. Het materiaal is naar ons mening iets minder kindvriendelijk. De briefjes die de bonenvelden moeten voorstellen zijn vrij dun en zien snel af, we hadden liever een iets dikker karton gezien daarvoor. De tekeningen zijn – zoals altijd – heel leuk en mooi. Wat extra goed is in deze versie is dat de tekeningen zowel meisjes als jongens aanspreken. Er zijn namelijk prinsessenbonen, maar even goed draken! Een klein nadeel is wellicht dat je minstens met 3 moet zijn, maar dat is ook met het basisspel al zo. Bovendien kan je de (jongste) kinderen best niet alleen laten spelen, ze kunnen in het begin best wel wat hulp van een volwassenen gebruiken. Helaas is dit spel (nog) niet in het Nederlands verkrijgbaar en zal je best wat moeite moeten doen om de Duitse versie te bemachtigen. Als je zelf de spelregels onder de knie krijgt is deze variant wel perfect te spelen met de kinderen, op de kaarten en/of velden is namelijk geen woordje tekst te bespeuren. De verschillende bonen krijgen vanzelf hun bijnaam, al snel klinkt de vraag “Wil je die boef ruilen tegen mijn koning?”. Wij zijn alvast meer dan overtuigd van dit kinderspel, wees maar zeker dat dit hier binnen een kleine vier jaar nog vaak op tafel zal verschijnen!

Conclusie: Mein erstes Bohnanza is niet alleen een ideale opstap naar het basisspel Boonanza, maar is ook gewoon een heel leuk en leerrijk kaartspel voor kinderen!

BohnanzaMein erstes Bohnanza

Auteurs: Heike Kiefer, Hayo Siemsen & Uwe Rosenberg
Uitgever: Amigo Spiele
Aantal spelers: 3 – 5
Tijdsduur: ± 30 min.
Vanaf 4 jaar

Smart Egg

Spelbeschrijving

Smart Egg is een klein labyrinth in de vorm van een ei. De bedoeling is zeer eenvoudig: steek het stokje in de bovenkant van het ei, beweeg het door het doolhof en trek het er langs de onderkant weer uit! Deze slimme eieren vind je in zes verschillende soorten en in verschillende moeilijkheidsgraden. De gemakkelijkste (“Groovy”) is level 3, de moeilijkste (“Skull”) gaat momenteel tot level 9!

Smart Eggs

Onze mening

Van zodra je zo’n Smart Egg uit z’n doosje haalt is de verslaving begonnen. Bezigheidstherapie voor kinderen vanaf 6 jaar. Het Smart Egg dat wij hebben getest was level 4, wat achteraf de tweede gemakkelijkste bleek te zijn. Maar goed ook, want we hadden nog geen 5 minuutjes nodig om de oplossing te vinden. Nu ja, het is dan ook vanaf 6 jaar. We zijn alvast benieuwd of we level 9 ook zo snel onder de knie zouden hebben. Het werkt verslavend en liefst van al wil je meteen de hele collectie proberen. Wees er maar zeker van dat je dochter of zoon ook graag de andere zal willen hebben van zodra zij/hij de oplossing van één ei gevonden heeft. Eens de verzamelwoede voorbij is en alle oplossingen gevonden zijn wordt het wellicht één van de vele dingen die in de kast liggen en wellicht zelden of nooit nog het daglicht zien, het zoekplezier blijft namelijk niet eeuwenlang duren.

Conclusie: Smart Egg zorgt voor een korte periode van bezigheidstherapie!

Smart Egg

Met dank aan Goliath!

Met dank aan Goliath!

Smart Egg

Uitgever: Goliath Games
Aantal spelers: 1
Tijdsduur: ± 10 min.
Vanaf 6 jaar

Snuffie Hup Compact

Spelbeschrijving

Goliath komt deze zomer met een compacte versie van het leuke Snuffie Hup. De bedoeling blijft hetzelfde: kies een worteltje en trek het uit de basis… maar pas op! Kies het juiste worteltje en voorkom dat Snuffie de lucht in vliegt! Als Snuffie omhoog springt tijdens jouw beurt ben je uit, alle andere spelers maken zich klaar voor een tweede ronde en duwen alle worteltjes (én Snuffie) terug in de basis. Op deze manier wordt er verder gespeeld tot er slechts één speler overblijft, deze speler is de winnaar!

Onze mening

Vorig jaar speelden we de normale versie Snuffie Hup al met ons jongste neefje. Het is zo’n eenvoudig en doelloos kinderspel dat gewoon leuk, spannend en mooi is. Meer hoeft het voor de jongste kinderen vaak niet te zijn. Los daarvan valt het gewoon niet te vergelijken met de meeste andere spellen op onze website: er is weinig inhoud of zit geen strategie achter, je neemt gewoon worteltjes. Deze compacte versie bevat geen losse onderdelen en is daardoor ideaal om mee te nemen op reis of om te spelen in de auto. Terwijl de wortels in de originele versie (voor de jongste kinderen) vrij moeilijk uit de basis te trekken zijn is dat hier niet het geval. Het is wel steeds dezelfde wortel die Snuffie de lucht in duwt, je moet dus echt de spelregels volgen en na het induwen van de wortels Snuffie enkele keren draaien zodat niemand nog weet welke wortel het was. Eens de kinderen dat doorhebben zijn er wellicht steeds deugenieten die op die manier zullen proberen vals spelen. Deze compacte versie is geen spel dat je steeds opnieuw op tafel zal leggen, maar toch is het een leuke afleiding voor op reis!

Met dank aan Goliath!

Met dank aan Goliath!

Snuffie Hup Compact

Uitgever: Goliath Games
Aantal spelers: 1 – 4
Tijdsduur: ± 5 min.
Vanaf 4 jaar

 

Mmm!

Spelbeschrijving

“Dag allemaal, ik ben Charlie, de huismuis. Mijn vrouw en ik organiseren een grote familie bijeenkomst en ik zou niet willen dat ze iets te kort komen. Daarom moet ik een grote voorraad inslaan, maar… het lukt me niet in mijn ééntje! De grote, zwarte kat van de familie Smith (je weet wel, de mensenfamilie die ook in mijn huis woont) gaat er steeds met al dat lekkers vandoor. Ben je er klaar voor? We hebben geen tijd te verliezen!”

Als je aan de beurt bent dobbel je met de drie dobbelstenen, daarna moet je minstens één dobbelsteen op het bord kunnen plaatsen. Als je dat niet kan dan is je beurt al meteen voorbij en wordt de zwarte kat één stapje dichter bij de deur gezet. Dat wil je niet te vaak meemaken want als de kat de keuken bereikt is het spel achter de rug en zijn we allemaal samen verloren. In het andere geval plaats je minstens één dobbelsteen op het bord, de andere dobbel je opnieuw. En dan maar hopen dat je weer minstens één dobbelsteen op het bord kunt plaatsen, of je belandt in hetzelfde scenario als hierboven beschreven. Van zodra je de drie dobbelstenen op het bord hebt kunnen plaatsen worden de dobbelstenen vervangen door muizenfiches. Als je daarbij een volledig ingrediënt hebt verzameld gebeurt er niets, als je dat niet hebt gedaan wordt de zwarte kat – alweer – een stapje dichter bij de deur geplaatst. Je zal dus proberen elke beurt drie dobbelstenen op het bord te leggen en daarbij steeds één ingrediënt volledig te verzamelen. Als we daar in slagen vooraleer de huiskat de keuken bereikt winnen we allemaal samen het spel, in het andere geval wint de gemene kat.

Onze mening

Mmm is een coöperatief kinderspel met erg leuke, mooie en vooral aantrekkelijke illustraties. Dankzij de eenvoudige spelregels kunnen jonge kinderen al snel meespelen, plezier gegarandeerd! Niet alleen de kinderen, maar ook onze volwassen medespelers beleefden veel plezier aan dit dobbelspelletje. Het bord is dubbelzijdig bedrukt, je kan dus kiezen voor een eenvoudige of een moeilijkere variant. De eenvoudige variant bevat kleinere ingrediënten waardoor het gemakkelijker wordt om elke ronde één ingrediënt te vervolledigen, bij de moeilijke variant is dat uiteraard niet het geval. Je moet hier en daar wat keuzes gaan maken, begin je al aan die grote ingrediënten of speel je op safe met een klein stuk kaas? Het blijft een dobbelspel, de ene keer win je het spel met alle gemak, de andere keer blijft het spannend tot de allerlaatste worp en win je het spel maar zeer nipt… of je moet je gewonnen geven aan de grote, zwarte huiskat.

Conclusie: Een coöperatief dobbelspel dat zowel bij de kinderen als bij de volwassenen in de smaak viel!

Mmm!

Met dank aan Pegasus Spiele!

Met dank aan Pegasus Spiele!

Mmm!

Auteur: Reiner Knizia
Uitgever: Pegasus Spiele
Aantal spelers: 2 – 4
Tijdsduur: ± 15 min.
Vanaf 5 jaar

Wash Dash

Spelbeschrijving

Grote wasjes, kleine wasjes … laat maar lekker draaien! Een thema dat enkele kinderen in Letland inspireerde tot een spel. De kinderen van de 7de en 8ste graad werden tijdens de zomervakantie in 2013 uitgedaagd om een eigen spelconcept te ontwikkelen. Uit alle verschillende concepten koos Brain Games ervoor om Wash Dash verder uit te werken en te publiceren, de vijf kinderen zullen delen in de winst van elk exemplaar dat verkocht wordt.

Aan het begin krijg elke speler een wasrekje, drie wasknijpers en drie kledingstukken. Tijdens het spel zal jij de was snel moeten ophangen, maar let op dat je de juiste wasknijpers en de juiste kledingstukken gebruikt! Het spel wordt gespeeld in verschillende ronden, aan het begin van elke ronde worden er steeds opdrachtkaarten open op tafel gelegd: één minder dan het aantal spelers. Deze kaartjes geven met behulp van tekeningen aan welke was je met welke knijpers moet ophangen, vb. de broek met de rode wasknijper en het jurkje met de gele wasknijper. Vanaf nu beginnen alle spelers gelijktijdig met het ophangen van de was, je probeert zo snel mogelijk één van de opdrachten uit te voeren om daarna meteen het vervolledigde opdrachtkaartje te nemen. Is iemand anders je voor? Probeer dan gauw een ander opdrachtkaartje te vervullen, je maakt nog steeds kans! Tijdens elke ronde zal er één speler zijn die geen kaartje kan vervolledigen. De punten die op het kaartje vermeld staan tellen aan het einde van het spel, hoe moeilijker de opdracht, hoe meer punten je zal krijgen. Let echter op dat je geen fouten maakt! Als je verkeerde combinaties gemaakt hebt moet je niet alleen je zonet verdiende opdrachtkaart afgeven maar ook één van de kaarten die je al in je bezit had.

Tussen alle kaartjes zitten ook gebeurteniskaarten, telkens wanneer er zo’n kaart bij ligt zijn de spelregels gedurende die ronde nét iets anders. Zo moet je bij één van die gebeurtenissen alles met één hand uitvoeren en moet je bij een andere kaart alles in de omgekeerde volgorde doen: als je volgens de opdrachtkaart het rode kledingstuk met de blauw wasknijpers moest ophangen zal je nu het blauwe kledingstuk met de rode wasknijper moeten ophangen. De laatste gebeurteniskaart beloont de snelste huisvrouw of huisman van deze ronde met drie extra punten. Het spel eindigt van zodra alle kaarten op zijn, de speler met de meeste punten wint het spel.

Onze mening

Het spel begint vooral bij het opzetten van de wasrekjes, een klusje dat je als volwassenen maar beter zelf kan klaren als je niet wilt dat het karton stuk gaat. En zelfs als volwassenen moet je heel voorzichtig zijn, het is allemaal nogal nipt gemaakt en voor je het weet duw je iets kapot. Het spelmateriaal is verder wel voorzien van mooie illustraties en de vilten kledingstukken gaan wellicht ook lang mee. Als je houdt van dergelijke reactiespellen is Wash Dash zeker leuk om af en toe eens uit de kast te halen. Je moet niet alleen snel werken, je zal ook keuzes moeten maken: ga je voor de gemakkelijke opdrachten die weinig punten opleveren of kies je een moeilijkere opdracht met meer punten? Je zal regelmatig moeten veranderen van idee als één van je tegenspeler je opdrachtkaart voor je neus wegsnoept, maar dat maakt het spel nu net leuk. De gebeurteniskaarten zorgen ervoor dat het spel spannend blijft, een geslaagde toevoeging dus! De leeftijdsaanduiding 6+ kan kloppen, maar in dat geval laat je de kinderen best onderling spelen, het is niet leuk als je je als volwassene heel de tijd moet inhouden. Onze jongste deelnemer (6j.) vond het een spel voor meisjes… of voor de nieuwe man? De herspeelbaarheid is niet zo heel groot, met de juiste speelgroep kan het af en toe wel eens op tafel komen, maar het is geen spel dat we meerdere keren na elkaar zullen spelen. Het aantal spelers maakt niet veel verschil aangezien het aantal opdrachtkaarten steeds aangepast wordt, maar de tweepersoonsvariant laten we liever aan ons voorbij gaan.

Conclusie: Een leuk spel in dit genre.

Wash Dash

Met dank aan Brain Games

Met dank aan Brain Games

Wash Dash

Auteurs: The Young Can Do It
Uitgever: Brain Games
Aantal spelers: 2 – 6
Tijdsduur: ± 20 min.
Vanaf 6 jaar

Battle Sheep

Spelbeschrijving

Het gras is altijd groener aan de overkant, een zinnetje op het lijf geschreven van dit abstracte spel. Probeer je tegenstanders in de val te lokken en al het groene gras voor jezelf te houden. Maak strategische beslissingen, verdeel je kudde over de grote wei en blokkeer je tegenstanders.

Aan het begin van het spel zullen de spelers het speelbord zelf opbouwen, iedereen krijgt vier tegels om elk om beurt één daarvan neer te leggen. Op deze manier heb je de opbouw van het speelbord min of meer zelf in de hand en is de grootte ervan afhankelijk van het aantal spelers! Daarna plaatsen de spelers hun kudde van 16 schapen aan de rand van de weide en kan het spel écht beginnen. De opdracht is simpel, als je aan de beurt bent verplaats je een deel van je kudde naar een andere locatie. Hoeveel schapen je van je stapel neemt mag je zelf kiezen, zolang je er maar minstens één laat staan. Welke richting je uit gaat mag je ook kiezen, maar je zal in de gekozen richting zover moeten lopen als je kan. De volgende keer kan je dan kiezen welk van je stapels schapen je gaat splitsen enzovoort. Van zodra je geen enkele geldige beweging meer kan maken eindigt het spel voor jou, de anderen spelen verder tot niemand nog een geldige beweging kan maken. Daarna volgt de puntentelling: elk schaapje (of stapel met schapen) levert één punt op. Diegene die de meeste schapen heeft kunnen plaatsen wint het spel, bij gelijke stand is het belangrijk dat je schapen aan elkaar grenzen, diegene met de grootste cluster van schapen gaat er dan met de overwinning van door.

Onze mening

Battle Sheep is een kort spelletje met heel eenvoudige spelregels en toch heel wat tactiek. Het is een abstract spel waar een willekeurig thema is opgeplakt, maar dat thema is dan ook mooi uitgewerkt. Alle schaapjes zijn nét iets anders, het ene kijkt boos, het andere lief, … De leuke, mooie illustraties en het sublieme materiaal maakt dit abstracte spelletje alleen maar leuker om te spelen. Je moet steeds vooruit kijken, proberen te vermijden dat je grote kudde opgesloten geraakt en tevens proberen je tegenstanders in te sluiten. We speelden het spel zowel met twee, drie als vier spelers en we vonden dat allemaal even goed, al is het met twee misschien nét iets tactischer. Het is niets voor een veelspeler die niet houdt van abstracte spellen, maar het viel bij ons steevast in de smaak bij de familiespelers en kinderen. Je kan het speelveld uiteraard elke keer anders gaan opstellen, maar heel groot is de variatie natuurlijk niet. De herspeelbaarheid is dan misschien ook niet super groot, maar toch is het een spel dat wij graag op tafel leggen.

Conclusie: Battle Sheep is een kort, eenvoudig, tactisch en abstract spelletje!

Battle Sheep

Met dank aan BlackRock Games!

Met dank aan BlackRock Games!

Battle Sheep

Auteur: Francesco Rotta
Uitgever: Blue Orange Games
Tijdsduur: ± 15 min.
Aantal spelers: 2 – 4
Vanaf 7 jaar

Dierenset Boerderij

Spelbeschrijving

BoerderijDit dierenset is een uitzondering op de andere spellen hier op onze website. In tegenstelling tot alle andere gezelschapsspellen moet je met dit dierenset helemaal alleen spelen, je krijgt opdrachten om de dieren te voederen of te verzorgen, of je krijgt opdrachtjes van de boer. Misschien moet je wel op zoek naar alle vogels of kan je een quiz doen om je kennis over de dieren wat bij te schaven. Niet veel ruimte om te spelen vandaag? Neem dan gewoon de speelfiguren, de tiptoi-pen en het kleine kartonnen besturingspaneel mee en je kan gewoon verder spelen.

In de doos vind je alles wat te maken heeft met het leven op de boerderij: het erf van de boer, een grote stal, een voederbak, voederfiches, strobalen, afsluitingen en uiteraard de drie dieren waar alles om draait: de koe Louisa, het veulen Junior en het varkentje Finn. Net zoals bij alle andere tiptoi-spellen kan je ook hier de modi ontdekken, weten en vertellen kiezen, maar wij testen uiteraard voornamelijk de vierde modus ‘spelen’. Je hebt deze keer keuze uit drie verschillende spellen: de rode, groene of blauwe ster. De rode ster brengt je een zoekspel, je zal heel de boerderij moeten uitkammen op zoek naar bepaalde voorwerpen. Voor één van de opdrachten zal je 10 vogels moeten zoeken en aanduiden, maar elke keer je het spel speelt zal je wellicht iets anders moeten zoeken! Achter de groene ster schuilen zorgspelletjes, je kiest met welk dier je wilt spelen en de pen zal vervolgens vertellen wat er nodig is. Misschien is je dier wel gewond? Dan zal de pen je vragen om eerst de verbandkoffer te halen in de stal en het dier vervolgens in de stal te verzorgen. Andere keren heeft een dier dorst, ga dan eerst op zoek naar de emmer, vind de tuinslang en vraag aan de boerin of ze even wilt helpen om de emmer te vullen! Telkens je dit spel kiest zal je een andere opdracht voorgeschoteld krijgen. Tenslotte heb je de blauwe ster voor de geluidenquiz, je tipt zoveel dieren aan als je wilt, je kan buiten de drie dieren in dit set namelijk ook nog extra dieren bij aanschaffen. De pen laat je nu de geluiden van de dieren horen, kan jij ze achteraf in de correcte volgorde weer aanduiden? Als dat goed lukt kan het uiteraard ook nog moeilijker, want soms laat de pen ook geluiden horen van dieren die deze keer niet meespelen, aan jou om goed te onthouden in welke volgorde de wél meespelende dieren aan bod kwamen!

Je kan ook met de speelfiguren apart spelen, en ook nu heb je keuze uit verschillende spellen. Misschien laat de pen je wel een hele tekening maken: heb je papier, potlood en kleurtjes bij de hand? De boer verteld wat er allemaal te zien is, laat je fantasie de vrije loop en tip op het dier als je klaar bent met tekenen, dan gaat de boer gewoon verder met tips van dingen die je nog aan de tekening kan toevoegen. Een ander spel laat je gedichtjes verzinnen, de pen leest twee regels uit een gedichtje voor, weet jij welke zin daar het beste achter past? Je kan uiteraard ook steeds een quiz doen over het bepaalde dier, de pen stelt een vraag en jij laat via het kartonnen besturingspaneel weten of het 1e of 2e antwoord correct is. De opdrachten zijn steeds verschillend, klaar om op ontdekking te gaan?

Onze mening

Dit spel hoort niet meteen bij het gamma van spellen dat we gewoonlijk testen, al vonden onze kleine neefjes het uiteraard wel heel leuk om met de boerderij te spelen. Het is alvast een spel waar de kinderen alleen en rustig mee bezig kunnen zijn, zeker een pluspunt! Anderzijds kan je bij het woordje ‘alleen’ toch wel wat vraagtekens plaatsen. Je speelt een spel, je krijgt een opdracht en als je alles gedaan hebt is het plots stil en weten de kinderen niet wat doen. “Wat moet ik nu doen?” De pen zegt niet eens dat het spel is afgelopen en je een nieuw spel kan beginnen, dat moet je dan maar zelf weten. Bovendien zijn de spelletjes zodanig kort, je moet 2 à 3 dingen aanduiden op de boerderij om vb. een dier te verzorgen en dan plots is het gedaan. Het had leuker geweest als de opdrachten elkaar zouden opvolgen en je het dier meteen kon gaan wassen of eten geven nadat je de wonde had verzorgd. Aangezien je steeds opnieuw een spel moet kiezen zijn ze het sneller beu. Bovendien kregen we de indruk dat de technologie voor dit spel nog niet 100% op punt staat, vaak werd het juiste antwoord gegeven en gaf de pen toch aan dat het fout was, of omgekeerd. Bovendien zou het leuk zijn als je er een uitleg bij krijgt, het antwoord op de quizvraag is fout, maar dan weet een kind nog niet waarom of welk antwoord het dan wél is. De dieren zijn van heel goede kwaliteit en spreken tot de verbeelding van de kinderen, zo spelen de kleinsten al erg graag met de mooie dieren, zelfs zonder de pen en alle opdrachten. Het kartonnen boerderij-gedeelte is dan weer minder, de stal valt gemakkelijk omver en wanneer ze het dan zelf weer willen recht zetten of de voederbak weer in elkaar willen knutselen beschadigen ze het karton ongewild. De hek-delen kunnen ook gebruikt worden als horden voor een springparcours, maar dat kan je beter niet doen met jonge kinderen want van zodra je de horde wilt opnemen vallen de twee kleine opzetters eraf. Je kan de kinderen toch moeilijk verbieden de horde op te nemen?

Conclusie: Een boerderij waar kinderen alleen mee kunnen spelen maar ons toch niet volledig kon overtuigen.

Dierenset Boerderij

Met dank aan Ravensburger!

Met dank aan Ravensburger!

Dierenset Boerderij

Auteurs: Benjamin Schreuder & Max Jung
Uitgever: Ravensburger
Aantal spelers: 1
Tijdsduur: ± 5 min.
Vanaf 4 jaar

Mijn lichaam

Spelbeschrijving

Mijn lichaam De kinderen in de klas krijgen vandaag bezoek, zuster Sara komt langs en zal hen alles leren over het menselijke lichaam! De kinderen zullen haar meerdere vragen stellen, over de spieren, de ogen, de oren, de tanden en nog veel meer. Zuster Sara zal alle vragen met plezier beantwoorden en verduidelijken met afbeeldingen, bovendien heeft ze voor jullie heel wat oefeningen voorzien om al die theorie beter te begrijpen.

Aan het begin kiezen alle spelers een spelerskleur en één van de drie niveaus, het is perfect mogelijk dat de kinderen op een gemakkelijker niveau spelen en de volwassenen het expertniveau kiezen. Vervolgens is zuster Sara aan het woord en legt ze uit wat er gaat gebeuren… het meisje met de bril daar achteraan, had je een vraag? Één van de 14 verschillende leerlingen stelt vervolgens een vraag, waarna zuster Sara vol enthousiasme uitlegt hoe alles in z’n werk gaat. Je vroeg je af waarom sommige mensen beter kunnen zien dan anderen? Het zou zuster Sara niet geweest zijn als ze daar geen oefening voor voorzien had, zet het testkaartje tegen de muur en ga allemaal op een lijn staan. “Speler rood, staat er op de gele lijn een maan, of niet?” Voor de leerling die een vraag had over de spieren heeft ze een zoek- en reactiespel voorzien: verspreid de gekleurde fiches over de ruimte, zuster Sara zegt een kleur en jij moet zo snel mogelijk naar dat fiche lopen en het aantikken: zo gebruik je vast en zeker heel wat spieren! De gevorderden onder jullie mogen op zoek naar de spieren, kan jij de buikspieren aanduiden? En de quadriceps? Ook als het over de botten gaat worden de gevorderden vast en zeker op de proef gesteld, weet je het jukbeen en de ellepijp te vinden op het skelet? Zuster Sara leert de kinderen ook hoe belangrijk het is om de tanden te poetsen, weet jij het verschil tussen de snijtanden en de kiezen? Bewijzen maar!

Voor elke opdracht krijgen de leerlingen punten, aan het einde van de dag kan je maximaal 10 punten verdiend hebben. Hoeveel punten heeft iedereen behaald en wie is uiteindelijk de beste leerling van de klas? Zuster Sara zal het aan het einde wel vertellen, maar… meedoen is belangrijker dan winnen, toch? Geen enkel onderwerp blijft geheim, maar op één schooldag kan je uiteraard niet alles over het menselijke lichaam leren. De volgende keer dat je naar school komt (= het spel opnieuw speelt) krijg je vast en zeker nieuwe onderwerpen voorgeschoteld, want ook over de smaak, de voedingspiramide, gevoelens, virussen en nog veel meer heeft zuster Sara leuke lessen voorbereid.

Onze mening

Na de speelsessies van De monsterlijke muziekschool waren wij en onze kleine testspelers erg enthousiast over het tiptoi-gebeuren en keken we er dus naar uit om nog meer van deze spellen te proberen. Tijdens een speelsessie van ‘Mijn Lichaam’ kan je kiezen tussen een lange variant met vragen van de kinderen en veel uitleg, of een korte variant. De eerste keer kozen we helaas voor de lange variant, maar daar kregen we later spijt van. In deze variant lijkt het wel alsof je langer zit te luisteren naar wat theorie dan dat je eigenlijk aan het spelen bent, de vragen en de uitleg zijn dan wel heel leerrijk maar het draait tenslotte wel om het spel. Dit had tot gevolg dat onze kleine testspeler zijn aandacht er maar erg moeilijk bij kon houden en de conclusie was duidelijk: wat een saai spel. Het verbaast je dus niet dat hij vervolgens liever andere spellen uit de kast zocht en ‘Mijn lichaam’ links liet liggen? De volgende keren speelden we het lichaam dan maar met ons twee om het verder uit te testen, en wat bleek? De korte variant is ontzettend veel leuker, dan pas heb je echt het gevoel dat je een spel speelt, ook al leer je terwijl bij over het lichaam. De vragen en de overbodige theorie blijven nu achterwege, enkel de oefeningen schieten over. De ene oefening is al wat leuker dan de andere, ook de moeilijkheidsgraad verschilt. Bovendien krijg je steeds andere oefeningen. We raden iedereen dan ook aan om gewoon meteen die korte variant te spelen om te vermijden dat de kinderen het spel bestempelen als een saai spel, want het kan dus ook anders.

Aan het einde worden alle punten luidop gezegd, je hoort bijvoorbeeld luidop dat de ene spelers slechts 2 punten scoorde en de anderen 7 en 8. Dat zorgt voor een kleine domper op het verhaal, wij hadden liever enkel de winnaar gehoord zonder punten… het is tenslotte toch een spel en geen échte school? Het materiaal laat het deze keer helaas ook afweten: de 14 plaatjes met kinderen en oefeningen zijn van erg dun materiaal. Onze ervaring met dit (en de andere tiptoi-spellen) leert ons dat de kinderen erg hard op de tiptoi pen duwen, maar terwijl dit met de andere spellen geen kwaad kan laat de pen op deze dunne briefjes een serieuze deuk achter. Na één speelsessie kan je perfect zien welke oefeningen gedaan zijn en welke niet. Jammer dat er al zo snel beschadiging is van het materiaal, en dat terwijl er volwassenen meespeelden, wat moet dat zijn als je de kinderen alleen met dit spel laat spelen? De leeftijdsaanduiding “4 – 7” vormt ook bij dit tiptoi-spel een groot vraagteken. Voor een 6 à 7-jarige gaat het goed op het gemakkelijkste niveau, dankzij de verschillende niveaus kunnen ook oudere kinderen hier plezier aan beleven, maar wij zullen het zeker niet op tafel leggen met een 4-jarige.

Conclusie: De korte spelvariant is erg leuk en bovendien ook leerzaam.

Mijn lichaam

Met dank aan Ravensburger!

Met dank aan Ravensburger!

Mijn lichaam

Auteurs: Inka & Markus Brand
Uitgever: Ravensburger
Aantal spelers: 1 – 4
Tijdsduur: ± 30 min.
Vanaf 4 jaar

Op jacht naar Hubi!

Spelbeschrijving

HubiOjee… Hubi is er alweer vandoor met onze lekkere snoepjes. Zo kan het niet verder, de hazen en de muizen hebben beslist om samen te werken en op jacht te gaan naar Hubi. Om te beginnen zullen ze de toverdeur(en) moeten zoeken, dat is al gemakkelijker gezegd dan gedaan, in een huis waar alle muren betoverd zijn! Maar maak je niet ongerust, de inwoners helpen je wel een handje. Als de toverdeur zich opent wordt Hubi wakker van dit luid gekraak, nu is het de moment om hem te vangen! En haast je, het is bijna middernacht!

Aan het begin van het spel kiezen de spelers samen één van de drie moeilijkheidsniveaus, afhankelijk daarvan zal je 1, 2 of zelfs 3 deuren moeten vinden vooraleer Hubi wakker wordt. In de moeilijkste niveaus komt er bovendien ook een zekere tijdsdruk bij te pas, ben je er klaar voor? Wanneer je aan de beurt bent zal het elektronische kompas oplichten bij jouw spelerskleur, de dieren in jouw kamer vragen je vervolgens waar je naartoe wilt. Je kan naar een aangrenzende kamer verplaatsen door op de juiste pijl te klikken op het kompas, maar je kan er uiteraard ook voor kiezen om gewoon te blijven staan. Als je je figuur wilt verplaatsen zullen de dieren in de kamer vertellen of je door de betoverende wand kan of niet. Sommige wanden zijn voor iedereen gesloten of open, maar enkel de hazen kunnen al springend door het hazenvenster geraken en enkel de muizen kunnen door het kleine muizengat kruipen. Als je in de kamer blijft zal de inwoner van die kamer je een tip geven, die zal bv. zeggen waar ergens in het huis je een toverdeur kan vinden. Ze zijn niet altijd even zeker van hun stuk en geven je soms 2 of 3 mogelijkheden: aan jullie om uit te zoeken of de deur daar écht staat of niet. Eens één van de spelers een toverdeur gevonden heeft zullen twee spelers moeten samenwerken om de deur te openen. Nadat de toverdeur(en) geopend zijn wordt Hubi wakker. Het spel verloopt op dezelfde wijze, al heb je ondertussen al veel bijgeleerd over de betoverde wanden: vaak weet je al waar je door kan en waar niet. De huisbewoners hebben Hubi zien voorbij komen en kunnen je soms wel eens een tip geven. Onthoud vooral dit: alleen zal je er niet in slagen om Hubi te vangen, als je hem gevonden hebt kan je hem maar beter goed bewaken tot een medespeler je uit de nood komt helpen. Van zodra twee spelers Hubi onder controle hebben eindigt het spel en zijn alle spelers samen gewonnen. Als het niet lukt voor middernacht, op spookuur (enkel in niveau 2 en 3) is Hubi weg en zijn jullie met z’n allen verloren.

Onze mening

Het label ‘Kinderspiel des Jahres’ laat alvast vermoeden dat het een goed kinderspel is, een vermoeden dat tijdens de speelsessies dan ook bevestigd werd. Het ziet er leuk uit en het thema slaat zeker aan bij kinderen, ze gaan helemaal op in het verhaal en zitten vol spanning te wachten tot ze het spookje kunnen vangen! Het werken met de kompas gaat goed, voor de jongste kinderen is het een goede oefening voor hun ruimtelijk inzicht, maar daar zijn ze al snel mee weg. Bovendien heb je niet veel uitleg nodig, het spel legt zichzelf uit. De lay-out en illustraties zijn erg mooi en zijn een pluspunt voor de beleving van het spel, ook de leuke doos en het visuele van al die muren maakt het alleen maar leuker. Het aantal spelers maakt niet veel verschil aan de spelbeleving. In het eerste niveau kan je het spel niet verliezen, goed voor beginners. De twee andere niveaus zijn dan wel iets moeilijker en spannender, maar ze zijn uiteindelijk ook nog vrij eenvoudig te winnen. Eens je het systeem doorhebt (als je door een wand passeert die je al kende mag je nog eens) kan je bijna niet verliezen, in 4 speelsessies zijn we altijd gewonnen, we hebben dus geen idee wat er gebeurd als je verliest. Dat laatste kan wel eens een negatieve invloed hebben op de herspeelbaarheid, kinderen zijn zot van dit spannende spel, maar blijft dat zo wanneer ze door hebben dat ze toch steeds winnen? Dat zal de tijd moeten uitwijzen.

Conclusie: Op Jacht naar Hubi is een leuk en spannend coöperatief kinderspel!

Hubi

Met dank aan Ravensburger!

Met dank aan Ravensburger!

Op jacht naar Hubi

Auteur: Steffen Bogen
Uitgever: Ravensburger
Aantal spelers: 2 – 4
Tijdsduur: ± 20 min.
Vanaf 5 jaar